Xterra European Championship Germany cross triathlon, 21 augustus 2021

Zittau, Germany

Eindelijk weer een Xterra-wedstrijd in het buitenland! De laatste Xterra voor mij was de Xterra Netherlands op Ameland van 2019. We zijn nu bijna twee jaar verder. En 2020 was niet een jaar waarin er veel op wedstrijdgebied is gebeurd. Zelf heb ik een sprint-crosstriathlon gedaan in Tynaarlo en een OD in Ouderkerk aan de Amstel. Dat was het. En meer zal er voor veel andere atleten ook niet in hebben gezeten. De ‘window of opportunity’ voor wedstrijden was vorig jaar erg klein: het moest in anderhalve maand gebeuren. En nu mijn eerste van 2021, in het buitenland, is gelijk een Xterra én een Europees Kampioenschap. Eens kijken wat de trainingsarbeid van de afgelopen twee jaar heeft opgeleverd, waar ik sta (ondertussen steeds meer opschuivend naar het einde van mijn leeftijdscategorie) en hoeveel plezier ik eraan zal hebb.

Ik ken Zittau en de wedstrijd van twee eerdere keren: de WK in 2014 op het Xterra-parcours en in 2015 de Xterra Germany. De edities verschilden dag en nacht van elkaar. In 2014 was het hopeloos weer met een continue regen- en modderstroom voor en tijdens de wedstrijd. Alleen bij het lopen klaarde het op, zodat iedereen toch nog droog bij de finish aankwam. Het parcours was glibberen en glijden, bijna een wedstrijd in een wedstrijd. Het kwam toen aan op technische vaardigheden op de MTB en die was ik nog aan het ontwikkelen. Geen ongelukken gemaakt overigens. Het jaar erop was er sprake van een hittegolf met temperaturen ruim boven de 30 graden. Mijn fiets was na afloop even schoon als bij de start, maar het duurde na de finish nog uren voordat ik afgekoeld was. Zelfs een duik in de O-See hielp daaraan nauwelijks mee.

Dit jaar is het qua weer een gemiddelde van 2014 en 2015. Een beetje regen op de dagen voor de wedstrijd, maar zonder dat het parcours verandert in kleine riviertjes. En een beetje zon, maar zonder dat de mussen dood van het dak vallen. Op de wedstrijddag is het droog bij een temperatuur van zo’n 22 graden met hier en daar een wolkje. Ideaal. Het weer gaat niet het verschil maken vandaag, dat zullen de armen en benen zijn. En natuurlijk het hoofd: mentaal bestand zijn tegen een inspanning van (voor mij uiteindelijk) bijna vier uur is het halve werk. En er is nog een bijkomend voordeel: de wedstrijd start om 11.30 uur. Een tijdstip waardoor je rustig wakker kunt worden en ontspannen richting de O-See kan gaan. Dat is nog wel eens anders bij wedstrijden die vroeg starten.

We zijn de dag voor de wedstrijd al opgewarmd met een Xterra Short Track voor de elite over een parcours dat we de volgende dag grotendeels zelf mogen afleggen. En voor Nederland begint het goed. Bij de vrouwen wint Diede Diederiks afgetekend. Ze maakt het verschil met lopen en verrast de Xterra-atletes met de winst. De toon is gezet, we hebben er zin in. De volgende ochtend reizen we af van Luftkurort Lückendorf (ons verblijf) naar de O-See. Dat is zo’n vijfhonderd meter dalen. Dezelfde vijfhonderd meter die we met het fietsen weer omhoog moeten. Het parcours komt vlak langs Lückendorf. Drie van ons – Casper van de Kamp en mijn zoon Quirijn (niet op de foto) – starten op het EK en Leroy op de halve afstand. We zien om 11.30 de elite-atleten het water in rennen – Zittau is een strandstart – en mogen zelf drie minuten na hen van start.

Bij de start sta ik naast Ralph van Dijk die met vrouw Beatriz en dochter Zoë ook meedoet aan het EK. Ik zwem de eerste honderd meter volle bak. Om me heen kijkend zie ik dat iedereen volle bak zwemt. Dat gaat niet het verschil maken. Na 250 meter zoek ik de voeten van een voorganger op en nestel me in een steady tempo onderweg naar het strand. In de voeten zwemmen van iemand voor je is slim (het is net als uit de wind fietsen), maar het kan ook te comfortabel voelen. En dat lijkt vandaag het geval. Ik twijfel: inhalen om vervolgens te ontdekken dat ik dat tempo niet kan volhouden? Naar een volgende groep toe zwemmen? Of toch maar blijven zitten en uitgerust aan ronde twee en het fietsen beginnen? Ik kies honderd meter voor het strand voor inhalen. Op die manier kan ik tijdens de korte run op het strand even bijkomen en dan weer volle bak de tweede ronde ingaan. Ik zie dat de groep voor mij zo’n vijftig meter voorsprong heeft. Dat valt tegen. Voor je het weet, zwem je de tweede ronde alleen. Ik neem op het strand een sprint, ren, spring, duik, dolfijn het water weer in, denk niet na en zwem zo hard als ik kan. Bij de eerste boei ben ik bij het groepje voor me! Ik gun me een moment van rust. En vraag me vervolgens af of ik niet gewoon moet inhalen en doorzwemmen. Ik kon ook naar ze toe zwemmen, dan zou ik ze ook kunnen inhalen. Ik besluit me naar voren te werken in de groep en eindig in de voeten van de kop van het groepje. Dat is het voor vandaag. Ik blijf lange slagen zwemmen en klok een kleine 28 minuten als ik uit het water kom. Ik val niet achterover van de tijd, maar zonder wetsuit is het voor mij niet slecht. En achteraf was ik de een na snelste in mijn leeftijdsgroep met twee minuten voorsprong op nummer drie.

Na het zwemmen (en later ook na het fietsen) volgt mijn sterkste onderdeel van deze dag: de wissel. Twee keer win ik een halve minuut op nummer twee uit mijn leeftijdscategorie. Volgens mij een gevolg van het feit dat ik aan het einde van het zwemmen (en fietsen) de wissel een aantal maal visualiseer en niet te gehaast ben, maar wel alles in een vloeiende beweging doe. Zwembril en cap in de box, helm op, schoenen aan. Bij deze wissel gaat het toch nog bijna fout. Als ik met mijn fiets wegren, zie ik dat een van mijn handschoentjes van mijn stuur is afgevallen. Ik haal hem op en ben weg. Daar zit nog wel een seconde of twintig winst in.

Het fietsen gaat de eerste kilometers volle bak. Ideaal om bij iemand in het wiel te zitten, maar dat betekent wel doortrappen. Voor je het weet (en wil) begint het stijgen, we moeten per slot van rekening nog 500 meter omhoog zonder noemenswaardige afdalingen (zie voor het parcours: https://www.alltrails.com/explore/map/xterra-mtb-course–3?referrer=gpsies). Dat is ook het moment dat de posities verdeeld zijn. Ik word niet veel meer ingehaald, maar haal ook geen andere atleten in. Op de top staat een soort uitkijktoren. Bij het verkennen van het parcours waren we daar na een kleine anderhalf uur. Voor mij worden het 59 minuten. Quirijn doet het in 47. En de absolute topklimmer Ruben Ruzafa in 41 minuten. Hij krijgt bij de prijsuitreiking de prijs voor de snelste klimmer. Ik heb trouwens wel een stuk moeten lopen tijdens de klim: te steil, teveel stenen, teveel boomwortels. Enige troost is dat er niemand op die plek nog fietste. Je kunt daar geen tijd verliezen, wel winnen, maar dat zat er voor mij niet in.

Het parcours ligt er goed bij, alhoewel de regen van de afgelopen dagen hier en daar de harde ondergrond veranderd heeft in modder. Niet onoverkomelijk, gewoon goed de druk op het achterwiel houden en even versnellen als het nodig is om een hindernis te nemen. De afdalingen in Zittau zijn on-Nederlands. Daar hebben we de afgelopen twee jaar niet op kunnen oefenen. Veel achter op het zadel zitten en voor mij ook in de categorie ‘God zegene de greep’. Ik stuiter over de keien en rotsen naar beneden en complimenteer mezelf met mijn durf en snelheid. Tot – en dat gebeurt vaker – er nog meer stuiterend – andere atleten met doodsverachting langs flitsen. Net alsof er geen botbreuken links en rechts op de loer liggen. Dat zal nog wel een paar buitenlandse wedstrijden duren voordat dat ‘met-grote-snelheid-naar-beneden-stuiteren-over-rotsen-en-keien’ gevoel terug is.

Na anderhalf uur hebben m’n benen het wel gehad. Eerste de lange steile beklimming, daarna op en neer en als toetje nog een klim van twee kilometer. Je kunt dan bij wijze van spreken de O-See al zien liggen, maar er moet nog een lusje van een kilometer of vijf gemaakt worden. De vaart is er bij mij nu wat uit. Na het lusje komen ook de atleten die de Xterra Light doen op ons parcours. Dat levert aan de ene kant enkele fikse opstoppingen op, maar zorgt aan de andere kant door het elkaar inhalen ook weer voor nieuwe energie en een gevoel van vaart. Het laatste stuk geef ik stevig gas en ik haal de een na de ander in. De transitie is weer supersnel en de overgang naar het lopen gaat zonder piepen en kraken. Gewoon gelijk een goed tempo. De stukken die bij het inlopen nog als technisch overkwamen, waren nu makkelijk (zie voor het loopparcours: https://www.alltrails.com/explore/map/xterra-trailrun-course–3?referrer=gpsies). Ik wist halverwege nog te versnellen, misschien het gevolg van alle cola die onderweg werd aangereikt. Het lopen ging lekker en het tempo leek hoog, maar het was schijn die bedriegt. Met een tempo van tussen de 10 en 11 km/u zat ik niet bij de snelsten. Sterker, in mijn leeftijdscategorie was ik vijfde met lopen, ooit mijn sterkste onderdeel. Bij de finish nog een brug met hooibalen over en in 3.52 was ik binnen. Een zesde plaats in mijn leeftijdscategorie. Nog steeds onderweg naar de top-5 op een EK of WK. Dat gaat vast een keer lukken, als het niet in M55-59 is, dan in M60-64.

Quirijn staat me bij de finish op te wachten, uitgerust en ogenschijnlijk fit. Hij is dan al driekwartier binnen en heeft helemaal vooraan gezeten. Knappe prestatie. Zeker als bij de uitslagen blijkt dat hij negende overall is geworden bij de agegroupers. Sneller dan een aantal eliteatleten. Zijn Xterra-wedstrijd twee weken daarvoor in Portugal is een mooie opwarmer geweest. Hij weet ook waar hij na twee jaar zonder wedstrijden staat! Op naar de Xterra Netherlands op Ameland op 11 september!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.