Dutch Mountain Trail etappe 1: Eygelshoven naar Vaals, 15 december 2020 (28 kilometer)
Dinsdagochtend 15 december. 5.45 uur. De wekker gaat. Tijd om op te staan. Het is op de dag af een jaar geleden dat we rond deze tijd op Kathmandu Tribhuvan Airport aankwamen. Voor onze vlucht naar Lukla. De start van de Everest Base Camp Trek. We hadden Mt. Everest op het vizier. De hoogste van de seven summits. Sinds 8 december weten we dat de berg 86 centimeter hoger is dan gedacht. Uitkomst van een gezamenlijke Nepalese-Chinese onderzoeksexpeditie: https://www.bbc.com/news/world-asia-55218443. Een geluk bij een ongeluk: de hoogte in meters afgerond blijft 8.848 meter (8.848,86 meter op twee decimalen). Vooral voor alle landkaarten en t-shirts waarop 8.848 staat.
Deze week staan de seven summits van Zuid-Limburg op ons programma. Een 4-daagse trail door het Zuid-Limburgse landschap, waar je de zeven hoogste toppen aandoet. De toppen zijn verbonden door de Dutch Mountain Trail. Het uitzetten van de route is het initiatief van het Dutch Mountain Film Festival (https://www.dmff.eu/). Een meerdaags filmfestival waarin berglandschappen, bergsport en bergculturen centraal staan. Ieder jaar heeft het festival een spraakmakend programma met historische filmverslagen, spannende docudrama’s, reportages over avontuurlijke expedities en experimentele outdoorprojecten en bijzondere arthousefilms. We hadden het willen bezoeken begin november, maar door de beperkende maatregelen werd het een online festival. Wat eigenlijk maar een beetje uitmaakt.
Enfin, via het filmfestival kwamen op de Dutch Mountain Trail. Om hun website te citeren: “En nu is er de Dutch Mountain Trail! Een ruige wandeltocht van 101 km lang die de Seven Summits met elkaar verbindt. Hij loopt van station Eygelshoven (Kerkrade) naar station Maastricht over een route waar het echte berggevoel nooit ver weg is. Alpenweides, snelstromende beken, rotswanden en natuurlijk spectaculaire vergezichten: ze zullen je uitdagen en in vervoering brengen tijdens deze trail. In november 2020 is de wandelgids van de Dutch Mountain Trail verschenen: een mooi verzorgde, praktische gids met achtergrondinformatie, routebeschrijvingen en 1:25.000 kaarten van de volledige route én de losse rondwandelingen naar de Seven Summits (https://www.dmff.eu/dutch-mountain-trail/).
Zoals de website aangeeft, is de trail weliswaar niet de langste, maar wel de zwaarste wandeling van ons land geworden, die kan concurreren met een serieuze tocht in de echte bergen. De trail wordt niet alleen aanbevolen voor wandelaars, maar ook voor ambitieuze trailrunners. Nu zien wij onszelf niet als ambitieuze trailrunners, maar wel als serieuze trailrunners. Ook al zijn we eigenlijk duatleet (Miriam) en (cross)triatleet (Mark).
We hebben de afgelopen dagen het weer scherp in de gaten gehouden. Wat, zoals iedereen wel weet, helemaal geen zin heeft, omdat het weer toch gewoon doet wat het wil. In weerwil van Buienradar of andere weerwebsites. Je doet het met het weer dat je krijgt. De vooruitzichten waren gunstig. De laatste spatjes regen zouden op dinsdagochtend vallen, waarna het droog werd.
Ons plan is om zonder veel bepakking de trail hardlopend te doen en bij het eindpunt van elke dag bij onze auto uit te komen. Met droge kleren en andere spullen. Dit betekent voor onze eerste dag dat we de auto in Vaals zetten, met de bus en trein (terug)reizen naar station Eygelshoven bij Heerlen en vandaar de eerste etappe starten.
Om 10.13 uur hebben we bus uit Vaals richting Heerlen. Het is koud en bewolkt. Er vallen lichte spatjes regen. De chauffeur heeft een dikke jas en grote wollen sjaal aan. Niet voor niets, want in de bus is het behoorlijk koud. In onze dunne hardloopkleren zitten we al snel te blauwbekken. Dat is een eerste misrekening. We hadden verwacht dat we bij de start van de trail het een kwartiertje wat kouder zouden hebben, waarna we door het lopen voldoende zouden zijn opgewarmd. Jammer dat de bus- en treinreis ruim een uur duren. Mark eet zich in de bus warm met krentenbollen. Dat betekent wel minder brandstof tijdens de trail. In het laatste stukje met de trein (ook geen verwarming) van Heerlen naar Eygelshoven trekt ons gesprek over de trail en het bladeren door de trailgids de aandacht van een oudere man en een jong meisje. Ze schuiven allebei een aantal plaatsen op en stellen nieuwsgierige vragen. Terwijl ze uitgebreid vertellen over hun eigen leven: over school en pensioen, over de eigen hond of die van een vriendin, over verjaardagen in Coronatijd, over de aanstaande Kerstperiode, enzovoort. Voorzien van goeie adviezen voor de eerste paar kilometer (“het mooiste gebied van Zuid-Limburg” en “jullie moeten zeker de trappen bij SnowWorld beklimmen”) stappen we uit de trein.
We staan op een wat kaal station en weten dat we gelijk bij de spoorwegovergang een houten klaphek in moeten. Voor ons uit strekt zich een modderpad. We kijken naar onze smetteloze schoenen. Eens kijken hoe lang we die schoon kunnen houden. We zoeken de kanten van het pad op, vermijden al te modderige plekken en plassen. Na 300 meter staan we alweer op een autoweg. Onze schoenen zijn nog schoon. De eerste serieuze stijging dient zich aan: een holle weg die ons naar de bossen aan de voet van de Wilhelminaberg brengt. We raadplegen onze gids waar we van de weg af moeten en het bos ingaan. Het is vanaf nu zoeken naar het pad en de gedetailleerde beschrijving helpt. We springen in het begin nog van links naar rechts over de plassen en modderpoelen, maar al snel is er geen houden meer aan. Zeker niet als we over een beekje en tegen een steile helling op moeten, die eruitziet als een modderglijbaan. Miriam gaat als eerste onderuit. Ze grijpt zich vast aan een boom. Onze schoenen zijn we ondertussen vergeten. Het is nu zaak om boven te komen zonder kleerscheuren.
Boven aan gekomen raken we de route kwijt. We lopen op het pad waar Mark vijf jaar geleden zijn kuitbeen brak. Dat was op een geasfalteerd pad. Met een flink gat. We draaien om. Onze Dutch Mountain Trail is toch meer van modderpaden, dan van asfaltpaden. We komen na enig zoeken boven op de Wilhelminaberg. Geen schoonheid, want je kijkt tegen de achterkant van de skihal van SnowWorld aan. Maar toch: de eerste summit. De spatjes regen zijn ondertussen overgegaan in spatten, die we vooralsnog negeren. We glibberen de berg weer af tot aan een manage en vervolgen onze weg richting de dierentuin Gaia. Daar zijn de spatten regen overgegaan in stromen regen. We hebben plastic wegwerp regencapes meegenomen (slim) en doen die aan. We hebben ze ooit ergens gratis gekregen. Staat ons niet meer bij waar. De opdruk op de capes herinnert ons wel aan wie de jassen uitdeelde: de Coop. Voor en achter staat de naam van de supermarkt er met grote oranje letters op geschreven. We worden twee wandelende/hardlopende reclamezuilen voor de supermarkt, die in Zuid-Limburg nog geen vestigingen heeft.
We vervolgen onze weg met het continue geknisper van de regencapes in onze oren. Met de capuchon over het hoofd worden we afgesloten van de buitenwereld. We rennen in een cocon door stromende regen. Alleen onze onderbenen en schoenen worden nat, voor zover ze dat niet al waren. Onze interesse voor de staat van het parcours neemt af. Echt grote plassen vermijden we nog (zeg maar kleine meertjes). De modder doet ons weinig meer. Behalve dat onze schoenen soms worden vastgezogen in de modder en we ze weer moeten lostrekken. Elke stap kost op die manier dubbele kracht.
Miriam heeft bedacht dat we om de tien kilometer mogen eten en drinken. De eerste tien kilometer lijkt eindeloos. We stoppen af en toe om de routeaanwijzingen te lezen. Terwijl we ondertussen ook door hebben dat de blauwwitte markering onze route aangeeft (anders zou het wel een heel groot toeval zijn). Aan het einde van de dag – droog in ons hotel – lezen we dat ook. Naast het bericht dat de markering nog niet overal is aangebracht. Ook dat hebben we gemerkt. Lezen van de gids wordt wel steeds moeilijker. De bladzijden worden nat en beginnen aan elkaar te kleven. Na een foute afslag en een omweg van een kilometer zijn we toe aan de eerste stop: water, een krentenbol en een gelletje. De volgende tien kilometer gaan veel sneller. Niet alleen in de beleving van tijd, maar ook in de werkelijke tijd. Voordat we het door hebben, hebben we de twintig kilometer gehad. Weer een krentenbol, een Ligakoek en wat drinken. We zijn een eind op streek, daar waar we bij tien kilometer nog tegen elkaar zeiden dat we bij twintig kilometer altijd de bus konden pakken. Dat is niet meer nodig. We hebben er weer zin in.
De laatste acht kilometer zijn we al doorgewinterde trailrunners geworden. Regen, modder, honger en kou deren ons niet meer. We tellen de kilometers niet meer, maar lopen gewoon. Na Orsbach zien we in de verte Vaals liggen. Voordat je het weet, ga je dan toch aftellen. We zijn er bijna. Alleen nog de Schneeberg op en dan de afdaling naar Vaals. Onze eerste bestemming in Vaals is de supermarkt. We hebben deze ochtend nog met het hotel gebeld: ontbijt, lunch en diner zijn geschrapt, drinken beperkt zich tot de waterkoker op de kamer. Gelukkig hebben we de avond voor ons vertrek het superlichtgewicht kooksetje van Quirijn ingepakt. We maken onze maaltijd zelf: tortellini met sambal, crème fraiche en geraspte kaas. Zo wordt zelfs overnachten in een hotel nog een avontuur.
Mooi! Ik ga deze half mei lopen.