Xterra Belgium, cross triathlon, June 11, 2016
De eerste Xterra-wedstrijd in België: nog nooit was in de laatste 14 jaar een Xterra-wedstrijd dichter bij huis geweest. In 2002 in Kijkduin was de tweede en laatste Xterra-wedstrijd in Nederland. Xterra was pas 6 jaar oud was en had Nederland gekozen als Europese hotspot om aan land te komen. In die tijd een wedstrijd met mountainbikelegende (maar ook crosstriathlon-legende en oud-Xterra-wereldkampioen) Ned Overend. Die zich in Kijkduin vastbeet in de voorsprong van Rob Barel en in het zand en de duinen en klop kreeg van Rob Barel in zijn post-olympische periode.
Terug naar België en Namen. In de maanden voor de wedstrijd bleek dat een Xterra-wedstrijd in België een gouden greep was. Enkele weken voor de wedstrijd was het maximum van 1.000 atleten bereikt. Alleen de Xterra France heeft jaarlijks meer deelnemers. Het parcours is aansprekend: zwemmen in de Maas, mountainbiken vanaf de Citadel van Namen, die hoog uit torend boven de stad en lopen in en om de Citadel met veel hoogtemeters en pittige klimmen.
Quirijn hadden ons voor de halve afstand ingeschreven. Voor Quirijn een opmaat naar de Xterra Zwitserland, waar hij zich op dezelfde afstand wilde meten met de junioren die zouden starten tijdens de Europese Kampioenschappen, ook over de halve afstand. Quirijn zou niet met de EK zelf meedoen, maar wel op hetzelfde moment en dezelfde afstand afleggen. Voor mij was het een van de laatste testen van mijn been(breuk) en enkelbanden na mijn blessureleed van de afgelopen maanden.
De dagen voorafgaand aan de wedstrijd werden we thuis, maar ook elders in Europa geteisterd door stevige regenval, wateroverlast en overstromingen. Die waren ook Namen niet ongemerkt voorbij gegaan. We kwamen op donderdag aan na een korte reis (eindelijk eens een wedstrijd die maar een ochtendje rijden was) en hebben gelijk het ATB-parcours verkend. Was het begin nog even moeilijk om te vinden (we konden Helena Erbanova ook niet helpen toen ze ons om hulp vroeg), vanaf het wedstrijdterrein boven op de Citadel was het heel goed aangegeven.
We kwamen bij de expo in opbouw Denis Detinne tegen (organisator en oude bekende van vorige wedstrijden) en onvermijdelijk Dave Nicholas, die als global race director wellicht een oogje in het zeil hield bij deze nieuwe loot aan de Xterra-stam. Met onze verhuurster van de airbnb-locatie hadden we afgesproken dat we rond vier uur bij haar zouden zijn, dat werd nog even doortrappen voor ons. De eerste kilometer was goed te doen, makkelijk: wat paadjes door parken, wat trappetjes en een stuk asfalt door een buitenwijk van Namen. Van het asfalt even naar rechts, waarna we een single track afdaling indoken. De regen van de afgelopen dagen had het een miniriviertje gemaakt met een grote modderbende. Onze snelheid liep terug naar nog geen tien kilometer per uur en we glibberden alle kanten op: ook de kanten die we niet wilden, zoals Quirijn al snel ontdekte.
De toon was gezet voor de rest van de verkenning: het was een groot modderbad. Omhoog was het steeds zorg om grip op het achterwiel te houden. En naar beneden was het steeds de kunst om niet ver naast het parcours weg te glijden. Onze conclusie was: het mooie weer van deze donderdag en van de aankomende dagen moest aanhouden, dan hadden we nog enige kans om ook wat vaart te houden tijdens de wedstrijd.
We melden ons – net iets te laat – op ons overnachtingsadres, waar de eigenaresse, piloot op Europese trajecten, al reikhalzend naar ons uitkeek. Met de sleutel van het appartement in haar hand leidde ze ons kort rond en verontschuldigde zich: haar vlucht naar Slowakije stond al klaar, ze werd verwacht.
We besloten een goede pannenkoekenmaaltijd te eten en daarna naar de Maas te gaan om onze fietsen te fatsoeneren en kort het zwemparcours te verkennen. Het water was aangenaam warm en de fietsen lieten zich goed schoonmaken. We hadden wel wat moeite om ons staande te houden in de rivier: het water stroomde snel, we schatten in minstens 6 à 7 kilometer per uur. Quirijn wilde liever op vrijdag inzwemmen en ik vond het prima. Het was toch een lange en warme dag geworden.
Terug in de binnenstad zaten Dave en Rosemary Nicholas vlak bij ons appartement bij een kleine brasserie te eten met Nico en Alexandra Lebrun. We zijn even blijven kletsen en waren een van de eersten die hoorden dat het zwemmen zaterdag niet door zou gaan: onze inschatting van de stroomsnelheid was nog veel te laag. De snelheid lag eerder rond de 15 kilometer per uur, vooral omdat er per seconde niet de gebruikelijke 40 kubieke meter water door de Maas stroomde, maar een veelvoud daarvan. De eerste Xterra Belgium zou een run-bike-run worden. Quirijn was niet blij, maar dat zou zaterdag nog veranderen.
Zaterdag waren we ruim op tijd op de fiets naar de start gereden. Onze halve afstand zou als eerste starten. Het was prachtig en warm weer en we hadden goeie hoop op een droger fietsparcours. Maar eerst de bonus: de eerste loopronde. Op, in, rond, onder het fort van Namen mochten we met ruim 300 deelnemers onze krachten meten. Quirijn was gelijk goed weg. Ik zag ‘m na 400 meter het bos in rennen met de eerste 10 lopers. Zelf kwam ik er iets achteraan, maar nog steeds behoorlijk van voren. Het was qua hoogtemeters een duidelijk parcours: eerst steil naar beneden, daarna steil omhoog. Naar beneden ging in sneltreinvaart. Voordat je het weet loop je bijna 20 km/u, waarbij mijn benen het tempo niet meer kunnen bijhouden. Beneden aangekomen ging het weer steil omhoog, wat toch meer mijn sterke punt is. Ik hield het tempo hoog en had weinig last van achteropkomende lopers. Ik merkte wel dat ik als een sprinter over het parcours ging, dat zou nog spannend worden bij het fietsen.
Na een hele snelle wissel was ik goed weg op de mountainbike. Het parcours ging even omhoog met daarna vlak asfalt. De eerste minuten hield ik me niet in, ook omdat ik wist dat daarna een lange afdaling zou volgen over modderig parcours. Dat nog steeds bijna even modderig was. Ik zat kort achter een paar andere atleten, waarvan er voor me één onderuit ging bij een boomstronk. Ik gleed tegen ‘m aan en ging ook onderuit, wat achter me een hoop gevloek in het Frans opleverde. Het werd een kettingbotsing. Snel weer op de fiets en verder.
De volgende klim – het zouden er in totaal een stuk of zes worden – was heel pittig. Ik haalde als lichtgewicht de een na de ander in en bleef op een smal stuk van de single track achter een voorganger hangen. Die balanceerde in zo’n laag tempo over het pad dat ik mijn evenwicht verloor en ruim vijf meter naar beneden viel op een steile helling. Ik bleef haken achter een afgezaagde boom en kon me op handen en voeten en met de fiets in één hand naar boven trekken. De mannen die ik had ingehaald, waren al uit zicht. Het was verder vooral op en neer over modderige paden, waarbij ik de achterstand die ik dalend opliep, stijgend weer inhaalde.
Ik kom als 41ste weer het parc fermee binnen, wat betekent dat ik 4 plaatsen verloren heb met fietsen. Dat valt behoorlijk mee. Ik reken op een sterk looponderdeel als afsluiting, maar voel na de eerste stappen al dat het tempo de eerste honderden meters er behoorlijk uit is. Gaandeweg gaat het beter en het feit dat ik de langzamerhand me naar voren werk in het veld motiveert enorm. Bij de finish zie ik Quirijn al staan, terwijl ik zelf direct achter de eerste vrouw finish als 31ste overall. Quirijn is enorm enthousiast. We hebben dan wel niet gezwommen, maar hij 12de overall en ruim 11 minuten sneller dan mij. Hij had een superdag in een veld met 290 deelnemers. Zelf ben ik blij dat ik er ben en weer heelhuids naar huis kan.
We blijven nog wat hangen tot de start van het fietsen van de volledige afstand en gaan dan weer op pad. Op naar Nederland met nog twee weken te gaan voor de Xterra Swiss.