Xterra Greece, cross triathlon, May 7, 2016

Xterra Greece - finishfoto MarkMijn comeback op de crosstriathlon na een kuitbeenbreuk en gescheurde enkelbanden. Een blessure die ik op 30 december opliep tijdens een ontspannen loopje in Landgraaf. De ervaring van de afgelopen weken leerde dat de blessure voldoende genezen was – op onverharde parcoursen nog wel steeds opletten – om weer met vertrouwen deel te nemen.

Bij het plannen van de wedstrijden in januari van dit jaar zag alles is er somberder uit. De chirurg gaf aan dat het herstel een aantal maanden zou kosten. In het meest zonnige scenario zag ik mezelf in mei of juni een eerste korte triathlon doen. Het ging achteraf allemaal veel voorspoediger en 7 mei zou mijn eerste wedstrijd worden: de Xterra Greece in Vougliameni, onder de rook van Athene. Wel een halve afstand, om niet gelijk de Griekse goden te tarten. De hele afstand liet ik in Griekenland over aan Quirijn.

Exact een week voor de wedstrijd kwamen we met het hele gezin in Griekenland aan: om drie uur ’s-ochtends waren we in een van de twee wedstrijdhotels, in Glyfada. En om twaalf uur de volgende ochtend zaten we al op de fiets op het parcours, dat nog niet gemarkeerd was. Hier en daar was het zoeken naar de weg, maar we kregen wel een goeie indruk. Was de Xterra Greece van vorig jaar nog in en rond het Plastirameer in de bergen van Noord-Griekenland, nu hadden we vrijwel continu uitzicht op een azuurblauwe zee en reden we over rotsachtige hellingen, waarvan de flanken met struiken begroeid waren.

Het parcours was een afwisseling van relatief vlakke stukken double track en korte lastige steile stukken single track. Voldoende zwaar en vooral technisch lastig als je harder reed. In elke bocht gleed je weg op de rotsige, gruizige ondergrond. Echt vaart maken was er dan niet bij. De temperatuur was aangenaam en we keken al uit naar de volgende zaterdag. De tussenliggende week hebben we Griekenland verkend, inclusief een bezoek aan het Plastirameer, waar we op het parcours van 2015 nog een keer trainden.

De dagen voor de wedstrijd was het winderig met af en toe een regenbui en een tikje aan de koude kant, maar de voorspellingen waren gunstig: zaterdag 7 mei zou een stralend blauwe dag worden met een temperatuur van zo’n 22 graden en vrijwel geen wind. En dat kwam ook zo uit: Quirijn en ik stonden om 8.45 klaar aan de start van de vierde Xterra Greece. Quirijn had zich ingeschreven voor de hele afstand en ik zou daar de helft van doen: de Sprint Distance. Om 9.10 vertrokken pro’s en agegroupers van de hele afstand voor de eerste zwemronde en na hun eerste doorkomst kon ik starten.

Ik zwom gelijk vanaf de start in een klein groepje van vier atleten en we haalden al snel de eerste atleten van de lange afstand in. Het was voor mij zoeken naar een goede pacing in deze halve afstand van 750 meter: vanaf het begin gelijk voluit of ook hier de krachten verdelen. Ik besloot het laatste te doen, waardoor ik in de laatste 250 meter nog kon versnellen en als een van de eersten van de halve afstand het water uitkwam. De fietsrekken in ons deel waren nog vol, maar het was toch vol op het parcours door de atleten van de hele afstand. Miriam riep me toe dat Quirijn al een stuk voor me zat: ik had ook niet verwacht dat ik die met zwemmen zou inhalen. Met trainingen is hij me ook altijd voor.

Na een kleine kilometer kwamen we bij de eerste serieuze klim, die eindigde in een trap met ongeveer 100 treden: dat was een beetje dringen. Daarna een stuk van 1,5 kilometer relatief vlak, maar wel met veel ‘wegglijbochten’, voordat we het eerste stukje single track indoken. Ik zat stevig in de remmen: bij de parcoursverkenning met Nico Lebrun was ik hier onderuit gegaan met als gevolg stevige schaafwonden op linker onderbeen en een diepere wond op mijn knie. Ik voelde ondanks de inspanning op de fiets het zout van de zee nog bijten in de wonden, want ze waren nog niet helemaal dicht. Deze keer geen problemen.

Ik hield de startnummers van de andere atleten goed in de gaten: nog niemand van de halve afstand die me inhaalde. Dat gebeurde wel op de tweede echt klim. Even aanzetten en bijblijven. De afstand was met 15 kilometer kort en een beetje verzuren is dan geen probleem. Op de afdaling liet ik de atleet weer achter me. Het bleef opletten: bijna in elke bocht gleed je weg. De tweede berg – er waren er drie in het parcours – was pittiger en hier werd ik ingehaald door twee atleten, die ik tijdens het fietsen niet meer heb gezien. Het werd warmer en de afstanden tussen de atleten werden groter. Sommige stukken reed ik al alleen. De derde berg bleek onverwacht – hij zag er van beneden toch niet zo hoog uit – de zwaarste en langste. We moesten er dan ook wel drie keer tegenop.

Na een paar lastige afdalingen kwamen we op het asfalt van het laatste rechte stuk: ik ging volle bak, maar werd toch ingehaald. Gelijk aanhaken en even een kilometer stayeren. Quirijn riep me van de kant toe: hij had een lekke band gekregen tegen het einde van de eerste ronde. Zonde, want hij lag uitstekend in de wedstrijd bleek later. Na een korte uitwisseling door een tunneltje onder de grote weg door en een laatste lus naar T2, nog steeds in het wiel van mijn voorganger.

Na weer een snelle wissel, liep ik gelijk op met Griekse triatleet in een tempo dat net te doen was. Het eerste deel van het loopparcours was gelijk aan het fietsparcours, dus dat was na een kleine kilometer weer steil omhoog waar ik de Griek kwijtraakte: hij versnelde daar waar ik een stapje terug moest in tempo. De temperatuur was ondertussen wel toegenomen en dat had zijn uitwerking: het was goed warm en op de stukken waar we gewoon recht tegen de berg op moesten (ik kon er niet echt een pad in zien), was het uitgesproken warm.

De loopronde was wel goed te overzien: een keer goed klimmen en een richting het einde een stevige afdaling. Daar durfde ik niet echt vaart te maken, bang om verkeerd te stappen en m’n enkel te verzwikken. Het maakte voor het klassement niet meer uit: de Griek was niet meer te zien en achterom kijkend had ik zeker 300 meter voorsprong op de volgende. Weer door de tunnel en via een grote lus de laatste 200 meter over het strand naar de finish. Er wachten pas vijf atleten die niet lang voor me waren aangekomen: zesde overall en eerste in mijn leeftijdscategorie. Een goeie comeback, alhoewel de echte concurrenten natuurlijk aan de lange afstand meededen.
Quirijn was natuurlijk al bij de finish en baalde niet echt (meer). Hij keek al weer vooruit en vond de Xterra Belgium te ver weg: wat hem betreft deed hij over twee weken mee aan de Xterra Portugal…. Voor mij is België wel de eerstvolgende Xterra en weer op de halve afstand. Ik heb het gevoel dat ik ook op de lange afstand zou kunnen starten, maar ik laat het verstand even voorgaan op het gevoel. De lange afstanden komen wel weer na de zomer. En het voordeel is dat je niet echt vermoeid bent na een halve afstand: ’s-middags nog wat oudheden bezocht in Sounion, in het bergdorpje Agios Konstantinos een Griekse salade gegeten (het menu bestond uit of geitenribbetjes of salade, bij het drinken was er de keuze uit bier, wijn of cola) en ’s-avonds naar de awards ceremony en after party met Quirijn en Miriam. De volgende ochtend was het weer vroeg dag: om half vier op om het vliegtuig van zes uur te halen naar Amsterdam. Dan door met de auto naar Brummen, waar ik ’s-middags het Giroprogramma aan elkaar heb gepraat op het Marktplein. Een sportief einde van een sportieve week.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.