MV-Moves crosstriathlon, 4 september 2021
Tynaarlo, 4 september 2021
Een mijlpaal in mijn triathlon-leven. Een eerste plaats overall. Als eerste over de finish van de MV-Moves Crosstriathlon in Tynaarlo. Iedereen achter me. Dat was onverwacht. Met 58 jaar ben je blij als je in je eigen leeftijdscategorie een beetje vooraan eindigt. Maar deze keer was het niet alleen in de M55-59. Deze MV-Moves crosstriathlon is weliswaar een kleinschalige triathlon, met een beperkt aantal deelnemers. Het hoogste startnummer dat ik heb gezien is 45. En het is over een sprint-afstand: 500-20-5. Alhoewel dat weinig zegt. Of het nu lang of kort is, je moet toch zorgen dat je bij de finish vooraan loopt.
2020 was mijn eerste kennismaking met deze triathlon. Na bijna een half jaar Corona was dit de enige crosstriathlon in Nederland die dat jaar doorging. Een compliment voor Martin Veenhuizen en zijn team. De wedstrijd trok toen bekende triatleten, zoals Wouter Dijkshoorn, Diede Diederiks en de broers Bosscher. Het was dan ook de enige mogelijkheid voor een 2020-wedstrijd, op de cross. Ik eindigde dat jaar op de 10de plaats overall en was niet ontevreden. Het weer was toen even mooi als vandaag. Verschil was nu dat ik weer een jaar meer getraind heb. En dat de afgelopen week alle trainingen super gingen. Ondanks, of misschien dankzij, de crosstriathlon in Renkum waar ik op 28 augustus aan meedeed. En de week ervoor de Xterra European Championships in Zittau/Duitsland. Nog geen last dus van opbouwende vermoeidheid bij de derde wedstrijd in twee weken.
Misschien heeft ook mijn reis naar Tynaarlo wel bijgedragen aan het goeie resultaat. Die begon met eindeloze lange rijen auto’s voor de (nieuwe) stoplichten op het Kanaal tussen Dieren en Apeldoorn. De wedstrijd zou om 14.00 starten. Mijn aankomsttijd was aan het einde van het Kanaal teruggelopen (of opgelopen) van 13.22 naar 13.34. Vervolgens reed ik bij Hoogeveen niet richting Assen, maar richting Duitsland. Overgeconcentreerd zal ik maar zeggen. Mijn aankomsttijd veranderde in 13.48. Bij aankomst bij het bungalowpark waar de triathlon start, was de slagboom dicht. Verrassing. Vorig jaar reed ik nog gewoon door tot vlak bij de start. Ik parkeerde mijn auto in de berm, griste mijn spullen bij elkaar en reed met m’n MTB in volle vaart naar de start. Iedereen stond al klaar bij het water, de inschrijving was niet meer bemenst (maar dat werd gelukkig snel opgelost), en – ook weer een geluk – de transitiezone was nog niet gesloten (dat is het voordeel van kleinschalige triathlons). Om 13.55 zette ik mijn fiets neer, legde mijn spullen klaar, checkte alles nog snel en rende naar het water. Mijn wetsuit deed ik onderweg aan. Het enige dat ik nog nodig had, was iemand die de rits van de wetsuit dicht kon doen. Ik vond iemand, waarvoor het dichtritsen van een wetsuit nog onontgonnen terrein was. Dat waren weer een paar minuten (maar mijn dank was niettemin groot). Om 13.59 rende ik naar de waterkant en stond ik klaar voor de wedstrijd. Snel mijn horloge aan, even het water voelen (niet zo koud) en van start. Aan adrenaline geen gebrek, daar haalde ik mijn eerste winst.
Het zwemmen ging lekker. Ik had gelijk een goed tempo te pakken. En de voeten van een voorganger. Het rondje van 550 meter ging snel. Je hoeft je op zo’n afstand niet in te houden. Gewoon volle bak. Terug bij het strandje zag ik dat ik in een kopgroep van vier zat. Met een snelle wissel lukte het me om als eerste weg te fietsen. Ik verwachtte elk moment een van de andere atleten, maar dat gebeurde niet. Niet in de eerste rond, niet in de tweede. Pas in het begin van de derde ronde werd ik ingehaald. Ik besloot om aan te haken. Beter nu de achterstand klein houden, dan zo meteen met lopen veel tijd goed moeten maken.
Het fietsparcours was volledig anders dan de vorige editie. Deze keer relatief veel asfalt, maar gelukkig geen oversteek over de provinciale weg. De vierde ronde lukte het me om de achterstand niet verder op te laten lopen dan 100 meter. Na de fiets-loop-wissel zat ik niet meer dan 20 meter achter de nummer 1. Ik dacht na. Op 20 meter afstand blijven lopen en halverwege de tweede ronde een versnelling plaatsen? Of het tempo gelijk maar omhoog en met een flinke vaart inhalen? Ik koos voor het laatste en dat betaalde zich uit. Ik kon het hoge tempo vasthouden en nam steeds meer voorsprong. Tijdens de tweede ronde kreeg ik het nog even benauwd. Tussen mij en nummer 2 had zich nog een loper genesteld die langzaam dichterbij kwam. Ik versnelde nog een keer, hoopte dat dit me volgende week in Ameland niet zou opbreken en telde af. Nog twee kilometer, nog één, een laatste keer over het mulle zand van het strandje. Na de finish bleek dat mijn achtervolger nog een ronde moest. Een snelle loper, maar met een stevige achterstand. Ruim voor nummer 2 was ik binnen. Mijn eerste overwinning ooit op de triathlon. Aankomende dagen herstellen, nog een paar gerichte trainingsprikkels en dan op naar Ameland.