Nederlands Kampioenschap Halve Triathlon Didam, 5 juli 2014
Een verslag van twee triathlons, volledig onvergelijkbaar met elkaar: de crosstriathlon in Vlaardingen over de kwartafstand en de NK in Didam over de halve afstand op de weg. Vlaardingen was op zondag 29 juni met een start om 13.00 uur. Een wedstrijd die eigenlijk niet helemaal paste in mijn wedstrijdprogramma met vooral wegwedstrijden, maar waar ik meedoe voor het klassement van het Schwalbe X-athlon Circuit. Een circuit van negen wedstrijden waarvan Vlaardingen de 7de was. Een klassement waar de vier beste resultaten tellen en waar je voor elke extra wedstrijd 15 bonuspunten krijgt. De eerste vier wedstrijden – Weert, Noordwijkerhout, Groesbeek (NK) en Etten-Leur had ik gewonnen met de maximale punten. Maar de concurrentie zit me dicht op de hielen en 15 bonuspunten tikt behoorlijk aan. Ik had twee wedstrijden gemist tijdens de voorjaarsvakantie en eigenlijk kon ik niet ontbreken in Vlaardingen om mijn klassement veilig te stellen.
De week voor de wedstrijd twee keer op de ATB gezeten en dat was weer even wennen. Dat bleek ook tijdens de wedstrijd. Het zwemmen ging met een snelle tijd. Maar het mountainbiken viel goed tegen. De eerste ronde had ik nodig om aan het technisch toch wel lastige parcours te wennen en mijn voorzichtigheid achter me te laten. De tweede ronde ging een stuk beter en ik kon de meeste atleten die me hadden ingehaald weer terughalen. En de derde ronde legde ik er nog een schepje er bovenop. En dat brak me lelijk op tijdens het lopen.
Op zich is een onverhard parcours doorgaans in mijn voordeel, omdat ik op niets anders train. Maar deze keer had ik mijn kruit al verschoten tijdens het fietsen. Het was een kwestie van behoudend uitlopen om na de finish naast mijn auto te ploffen en niet meer overeind te komen. Eten en drinken ging tegen heug en meug en de terugrit naar Brummen was een even grote beproeving als de wedstrijd zelf. Ik had vier dagen nodig om weer wat op krachten te komen. Dat was de eerste crosstriathlon van het jaar en ik wist weer waar ik stond. Werk aan de winkel voor de WK in Zittau en de Wk-Xterra in Maui/Hawaii.
Didam was dan ook een wedstrijd waar ik toch wel met angst en beven naar uitkeek. Mijn eerste halve triathlon, waar de 80km fietsen niet echt mijn ding zou zijn, en dat na de slijtageslag in Vlaardingen. Lichtpuntje was dat een week voor Didam mijn triathlonfiets werd afgeleverd. Misschien zou ik wat cadeau krijgen van het materiaal.
Starttijd was 8,30, dat betekende een vroeg vertrek van huis. Miriam en de kinderen zouden achter mij aankomen; op de racefiets om op tijd te zijn voor de fiets/loop-wissel. Ik had de avond nog wat stress gehad over mijn voedingsplan en had in allerijl nog een bidonhouder voor achter mijn zadel gekocht. Eén bidon was zeker te weinig. Maar om 8.20 scherp lag ik in het water, klaar voor de start. De eerste 500m zwom ik alleen, daarna kon ik aanhaken bij een groepje van drie zwemmers. Er voorbij bleek steeds te hoog gegrepen, dus in het kielzog naar de trap na 2km zwemmen. Het zwemmen was goed gegaan (een kleine 16’ op de kilometer) en ik was nog uitgerust. Het fietsen zou meer voeten in de aarde hebben. Ik had ’s-ochtends al gezien dat het windkracht 4 zou worden met een aantrekkende wind. En dat bleek ook te kloppen. Dat werden vier ronden van 20km: heen met wind in de rug en terug met een stevige tegenwind, die in de loop van de 2u20 begon toe te nemen.
Echt fris begon ik niet meer aan het lopen. Het zou bovendien pas de tweede keer worden dat ik meer dan 15km zou lopen. De eerste keer was een halve marathon in Briancon/Frankrijk, zo’n 12 jaar geleden. En nu dus Didam. Voordeel van een triathlon is dat lopen voor iedereen het laatste onderdeel is. En voor mij dat het mijn sterkste onderdeel is. Ik kon een mooi vlak tempo vasthouden met een versnelling in de laatste twee ronden, waardoor ik na 4u30 binnenkwam. Mijn eerste halve triathlon, onvermijdelijk een PR.